Ruta la plata / de zuidelijke route-zilverroute
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Bert
06 Oktober 2009 | Nederland, Purmerend
Het is weer eens tijd om een stukje te schrijven. De dagen van licht worden weer korter. Het is/wordt herfst. De temperatuur daalt en dan is het weer eens leuk om iets te lezen. Gewoon de TV uitzetten en een boek lezen. Of gewoon even achter de computer mijn berichtjes lezen.
Ik hoop U enthousiast te maken voor het wandelen. Ik ben voornemens om weer een mega wandeltocht te maken.
Niet zolang als de vorige keer, maar toch weer een met vele interessante kilometers.
Er zijn vele pelgrimsroute(s) door vele landen. Maar ik heb gekozen voor deze:
De zilver route vanaf Sevilla naar Santiago de Compostella en dan nog een toetje....van vorig jaar naar Finisterra. Helaas door overlijden van mijn buurjongen moest ik eerder met spoed terugkeren naar Nederland.
Ik hoop dat U mijn voorbereiding voor mijn volgende tocht weer wil volgen. We zijn na een kleine maar fantastische tocht door Schotland - de highlandway weer behouden teruggekeerd. Echter mijn volgende lange tocht is er weer een als een pelgrim.
De Ruta de La Plata, de Zilverroute. Romeins van oorsprong, is een handels-, mijnbouw-, schapen- en militaire route die van Gijón naar Sevilla loopt.
De Zilverroute was in de oudheid bedoeld als een Via Lata, een brede weg, die de streken in het westen van het schiereiland van noord naar zuid met elkaar moest verbinden. Later is deze weg belangrijk geworden door de zogenaamde "cañadas". routes die gebruikt werden door een machtige organisatie, de "Mesta", voor het verplaatsen van schapenkuddes van het zuiden naar het noorden van het land. Door deze weg vonden er commerciële en culturele uitwisselingen plaats die een nieuwe impuls kregen door het verschijnen van de spoorweg, tegenwoordig een toeristische attractie, gedeeltelijk omdat deze parallel loopt aan de N-630 maar ook vanwege de vertakkingen die langs mooie landschappen leiden en langs dorpen en steden met prachtige monumenten.
Van zuid naar noord begint de route in Sevilla, een uiterst Andalusische stad. het oude Hispalis waar met het samengaan van culturen en een bevoorrechte geografische ligging één van de mooiste steden van Spanje is ontstaan, waar de kathedraal met zijn toren of de beroemde Giralda. de Lonja waar het Archivo de Indias gevestigd is en de Reales Alcázares vooral een bezoek waard zijn, evenals de stadsgedeelten als Santa Cruz, het beroemde park van Maria Luisa en het eiland van Cartuja, waar de Wereldtentoonstelling van 1992 plaatsvond.
De route leidt verder, via de ruïnes van Itálica, een oude stad van het Romeinse Baetica, via Zafra en Almendralejo naar Mérida, het zogenaamde Roma Hispanica, aan de oever van de rivier de Guadiana, met als belangrijkste monumenten het Theater, het Amfitheater en het Romeins Museum, gelegen in het archeologische hart van de stad.
De reis wordt vervolgd in de richting van Cáceres, een ommuurde stad met een schitterende wijk van een serene stijlvolle schoonheid met monumenten uit de XVe tot de XVIIe eeuw. Het nog in de provincie Cáceres gelegen Plasencia met zijn mooie kathedraal en middeleeuwse wijk is nog een halte op de weg. evenals de jodenwijk van Hervas, die verder naar het Castiliaanse Béjar leidt, dat een belangrijk historisch erfgoed bezit in het hertogelijk paleis en kerken uit de XVIe eeuw.
De route leidt nu naar Salamanca, waar één van de grote Europese universiteiten gesticht werd, met in het oude centrum één van de meest indrukwekkende kunstwerken in de vorm van het Plaza Mayor, de kathedraal, het Casa de las Conchas en de Universiteit als verplichte bezoeken.
Nog steeds in noordelijke richting komt men bij Zamora, waar de reiziger opnieuw verblind zal worden door het architectonische erfgoed, in het bijzonder door de veelheid aan Romaanse kerken en middeleeuwse paleizen. Dwars door korenvelden en verlaten gebieden wordt Benavente bereikt en van daaruit Astorga, de hoofdstad van La Maragaterfa, met zijn fraaie Kathedraal en het Aartsbisschoppelijk Paleis ontworpen door Gaudi.
Voor Astorga verlaat ik la de route, omdat deze uitkomt op de Camino.
Ik wil echter eerder linksafslaan richting Portugal. Deze route loopt door Spanje enige 10 kilometers verwijderd van de grens met Portugal.
De Zilverroute biedt 800 kilometer lang een reis langs landschappen, cultuur, gastronomie en mensen, rijk aan contrasten en nuances met een even belangrijk historisch erfgoed.
DE RUTA DE LA PLATA of DE ZUIDELIJKE WEG
De belangstelling voor de ruta de la Plata, als alternatieve weg naar Santiago de Compostela, is
nu ongeveer tien jaar oud.
In 1990 hebben de Amigos del camino de Santiago de Navarra, op initiatief en onder leiding van
Andrés Muños Grande († 11 maart 1992) een tocht van Sevilla tot Cáceres georganiseerd en met
succes volbracht. Het traject Cáceres -Astorga legde men af in 1991. Deze onderneming was
bedoeld als een experiment. Men wilde de oude Romeinse weg verkennen en testen en er, als
veronderstelde pelgrimsroute, een religieuze dimensie aan geven.
Eveneens in 1991, van 25 tot 28 juli, vond in Zamora een congres plaats onder het motto:
'Camino de Santiago. Via de la Plata'.
Sindsdien is de interesse voor de ruta de la Plata gegroeid. Er wordt, zij het in zeer beperkte
mate, over gepubliceerd. Een aantal leden van het Nederlands Genootschap van Sint-Jacob
hebben reeds deze 'andere weg' ontdekt en afgelegd. Dit toenemende succes noopt tot het
bestuderen van de historische context van deze tweeduizend jaar oude weg, een van de
belangrijke verkeersaders van het Iberisch schiereiland.
De naam
De via of ruta de la Plata verbindt Sevilla met Gijón en vormt aldus een ruim 800 kilometer
lange, bijna loodrechte verkeersas tussen Andalusië en Asturië. In de Romeinse tijd kreeg deze
weg zijn definitieve vorm. Hij werd aangeduid als de Iter ab Emerita Asturicum, dit wil zeggen:
de weg van Mérida (Augusta Emerita) naar Astorga (Asturica Augusta), wat het belangrijkste
deel van de route was. De naam ruta de la Plata zou een volkse benaming zijn waarmee, vooral
in de provincies Salamanca en Cáceres, deze Romeinse heirbaan in "latere tijden" werd
aangeduid. Eerst in de 16e en de 17e eeuw hebben geleerden gepoogd de etymologie van die
benaming te achterhalen. Men wilde het woord plata zien als een afleiding van het Latijnse lata
of het Griekse plateia, woorden die allebei de betekenis hebben van 'breed'. Ruta de la Plata zou
dus 'brede weg' zijn. Thans wordt algemeen aangenomen dat de naam van de weg afkomstig is
van het Arabische BaLaTa (balatat) en dit is in vertaling: betegelde of geplaveide weg. De
Moren hebben, na hun inval in Spanje, de Romeinse wegen BaLaTa genoemd om ze te
onderscheiden van de ruiterpaden die uit gestampte aarde bestonden. In het spraakgebruik
evolueerde BaLaTa naar BlaTa, Plata. Daar plata het Spaanse woord is voor zilver heeft men
zonder daarbij na te denken van de ruta de la Plata de 'zilverweg' gemaakt. De benaming van
deze weg heeft echter niets met zilver te maken, ook al werd dit metaal, onder meer andere, langs
deze weg getransporteerd.
Geschiedenis van de ruta de la Plata
Historici nemen aan dat deze weg reeds in de prehistorie werd gevormd en wel op een spontane
en natuurlijke wijze. De mensen uit de oertijd zouden, op zoek naar steeds nieuwe geschikte
plaatsen om hun vee te laten grazen, de weg geleidelijk gebaand en herhaaldelijk gebruikt
hebben. Heel concrete gegevens hierover zijn nog niet bekend.
Archeologische onderzoeken hebben bewijzen geleverd dat er in de periode tussen de 8e en de 6e
eeuw voor onze tijdrekening commerciële activiteiten bestonden tussen de bewoners van het
binnenland van Iberië en het zuidelijke kustgebied. Met name de monding van de Guadalquivir
(Wad el Kebir) is rijk aan vondsten uit die tijd.
Feniciërs en later ook Grieken ruilden olie, wijn, purperen stoffen, keramiek en allerlei luxeartikelen
uit het Oosten voor tin, goud, zilver en koper afkomstig uit de rijke mijnen van onder
meer Galicië en de Bierlo. De handelsbedrijvigheid speelde zich steeds af in de kustgebieden.
Noch de Feniciërs noch de Grieken trokken het binnenland van Iberië in. Deze intense handel
veronderstelt logischerwijze de aanwezigheid van wegen en nederzettingen.
Over dit alles heeft men meer duidelijkheid vanaf de 3e eeuw voor Christus, naar aanleiding van
de veldtochten van Hannibal. Deze Carthaagse veldheer, vijand van de Romeinen, ondernam met
succes enkele expedities in de meseta en veroverde het oostelijk gedeelte van het Iberisch
schiereiland. Zonder een behoorlijk wegennet zouden deze ondernemingen niet mogelijk zijn
geweest.
Door de agressie van Hannibal tegenover de met Rome bevriende stad Sagunto, brak er oorlog uit
tussen de Romeinen en de Carthagers (tweede Punische oorlog, 218-201). Door die oorlog kwam
Iberië definitief in het blikveld van de Romeinen. Ze werden zich al gauw bewust van de grote
waarde die het schiereiland vertegenwoordigde. Het was rijk aan mineralen, het bezat een enorme
veestapel en het beschikte over eindeloze graanvelden. Rome besloot dus dit rijke land te
veroveren. De onderneming zou twee eeuwen duren en was in 19 voor Christus een feit. Iberië,
dat voortaan Hispania zou heten, maakte integraal deel uit van het Romeinse rijk, onder de
regering van keizer Augustus († 14 na Christus).
Een van de grootste bekommernissen van de Romeinen was de aanleg van wegen, in de
allereerste plaats bestemd voor militaire doeleinden, namelijk om een snelle verplaatsing van
troepen toe te laten.
De eerste gegevens over het bestaan van een Romeinse weg op het tracé van de ruta de la Plata
dateren uit respectievelijk 130 en 79 voor Christus. Dit zijn de data waarop in de buurt van
Cáceres militaire kampen ingericht werden om het eigen territorium te beschermen tegen invallen van de inlandse bevolking.
Augustus stichtte de stad Astorga (Asturica Augusta) en versterkte deze basis met een legerkamp.
De veteranen van de oorlogen tegen de Asturiërs en de Cantabriërs gingen zich voor een groot
deel vestigen in Merida (Emerita Augusta), enkele jaren eerder op last van de keizer gesticht.
De verbinding Merida-Astorga, de hoger genoemde Iter ab Emerita Asturicum liep over Cáceres,
Salamanca en Zamora. Deze weg werd naar het noorden verlengd tot aan Gijón, over León.
Beide plaatsen waren tevens belangrijke legerkampen. De soldaten waren onder meer belast met
het toezicht op het transport van edel metaal uit de noordelijke mijnen naar de zuidelijke havens.
De weg werd naar het zuiden immers doorgetrokken tot Sevilla. Over de rivieren bouwde men imposante bruggen. Gedurende de hele Romeinse periode bleef het onderhoud van bruggen en wegen een prioriteit. Zowel het militaire als het handelsverkeer profiteerden ervan in ruime mate.
De uiterst professionele aanleg van de wegen die gemiddeld 5 tot 7 meter breed waren, is goed gedocumenteerd. Men kent tot in de details alle technische aspecten van de werken.
Hieruit blijkt de grote vakkundigheid van de Romeinse ingenieurs en handwerklieden.
Om de lange weg overzichtelijker te maken plaatste
men mijlpalen (miliarios) waarvan er nog veel bewaard zijn gebleven. Op deze mijlpalen staat steeds de naam
van de keizer die een bepaald stuk van de weg liet bouwen of repareren. ook de afstand, gerekend vanuit Merida. is erop aangegeven.
Voor het comfort van de reizigers waren er de mansiones, op ongeveer 30 tot 35 kilometer van elkaar verwijderd. Daar waren mogelijkheden om te overnachten en om zich te bevoorraden. Een mansion bevond zich altijd in een bevolkingskern die als nederzetting vaak uit de voor-Romeinse tijd dateerde. Veel van deze mansiones komen overeen met nu nog bestaande steden (bv.
Cáceres, Salamanca, Zamora); andere plaatsen zijn enkel nog als ruïne bekend (bv. Cáparra); nog
andere plaatsen zijn verdwenen of konden niet met zekerheid geïdentificeerd worden.
De ruta de la Plata past qua aanleg en accommodatie volledig in het algemeen plan van het
Romeinse wegennet dat Rome verbond met de verste uithoeken van het rijk. Dit wegennet was
uiteraard van het allergrootste belang voor een grondige romanisering van het Iberisch
schiereiland, Hispania.
Het verval van het Romeinse rijk en de invallen van de Germanen vanaf de 5e eeuw bleven niet zonder terugslag op het economisch leven van Hispania. Onderhoud van de wegen vormde geen prioriteit meer. De kwaliteit van de heirbanen kon evenwel de eeuwen trotseren. De Moren
hebben er gebruik van gemaakt om na 711 in snel tempo naar het noorden op te rukken.
Almanzor bereikte, grotendeels via de ruta de la Plata, in 997 Santiago de Compostela dat hij verwoest achterliet.
Langs dezelfde weg bracht men in 1063 de relieken van de heilige Isidorus van Sevilla naar
León1. Dank zij koning Ferdinand III, de Heilige (1217-1252) en als gevolg van zijn successen in
de reconquista heeft de ruta de la Plata ruim leven eeuwen hoofdzakelijk vreedzaam verkeer
gedragen.
In 1812 marcheerden er de Napoleontische troepen en in 1936 speelde de weg tijdens de
burgeroorlog opnieuw een belangrijke rol als snelle verbindingsroute ten behoeve van militaire operaties. Thans is er de N-630 die nagenoeg samenvalt met of parallel loopt aan de oude Romeinse geplaveide weg, de BaLaTa of ruta de la Plata.
Van het Romeinse wegdek zijn hier en daar nog stukken te zien, voor zover ze niet onder een laag asfalt werden verstopt.
De ruta de la Plata als camino de Santiago
Het hoeft geen betoog dat de ruta de la plata een cultureel itinerarium is van het allergrootste
belang. Het is hier niet de plaats om daar verder op in te gaan.
Evenmin hoeft het beargumenteerd te worden dat de allereerste weg naar het apostelgraf in
Galicië, te situeren is in Noord-Spanje en wel vertrekkend vanuit de Asturische hoofdstad
Oviedo. Sinds de 12e eeuw is, eveneens in Noord-Spanje, de camino frances het vaste parcours
naar Santiago de Compostela.
Er is nog een derde vanzelfsprekendheid die voorop gesteld kan worden: elke weg, van eender welke pelgrim naar Galicië is een individuele route naar Santiago. Se hace camino al andar, de
weg wordt gemaakt door de persoon die de weg gaat (vrij vertaald naar Antonio Machado). In die
zin is de ruta de la Plata uiteraard ook een camino de Santiago.
De zaken liggen echter iets meer ingewikkeld. Men moet zich immers bewust blijven van de
historische dimensie waaraan een itinerarium een meerwaarde kan ontlenen. Voor de ruta de la
Plata betekent dit heel concreet het nagaan of er sprake is van een Jacobustraditie langs deze weg
van Andalusië naar Asturië.
Echter, rekening houdend met de voortgang van de reconquista. is het noodzakelijk dit lange traject op te delen in drie stukken die elk afzonderlijk zullen onderzocht worden.
Dit is het eerste deel over ruta la plata. De volgende keer een hoofdstuk over delen ervan en beschrijving.
Ik heb deze info gevonden op internet en komt derhalve niet van mijn pen. Maar het is wel leuk om over dit onderwerp te lezen en informatie te vergaren.
Krijgt U geen zin om ook eens een lange pelgrimstocht te maken. Er zijn U honderden-duizenden vooraf gegaan. Uw eigen stukje weg ligt voor U klaar......maar waar?
Hoop dat U dit bericht weer op prijs hebt gesteld en dat U benieuwd bent naar mijn nieuwe berichten. Schroom niet om mij terug te mailen. Dit wordt zeer op prijs gesteld.
Pas op U zelf en wellicht tot spoedig ziens.
Bert Gorter
ps
U komt toch ook naar het 1e Beemster oogstfeest in de Zuidoostbeemster op 7 en/of 8 november 2009??
Purmerenderwet 26A tussen 10.00 uur en 17.00 uur. Er heerlijk even tussenuit om mooie spulletjes te kopen en te proeven. Norma en Vera hebben hun uiterste best gedaan om een kwaliteitsfair neer te zetten.
U komt toch ook voor het goede doel dat wij steunen, de KIKA. (kinderkanker).
-
06 Oktober 2009 - 16:14
Bert:
Geweldig om dit hele verhaal te lezen. Nu maar hopen dat je het zelf op het juiste moment tijdens je route nog weet te herinneren wat waar ook al weer te zien is / gebeurt is.
Succes met je verdere voorbereidingen voor je nieuwe uitdaging. In gedachten loop ik met je mee en kijk ik uit naar je reisverhalen.
Groetjes Anita -
06 Oktober 2009 - 16:15
Carrie Knip:
Ik ben weer van de partij hoor Bert! Je bent nooit helemaal alleen, wij zullen weer trouwe lezers zijn van je verslagen. Hartstikke leuk dus.
Maak er weer een mooie ervaring van!
-
12 September 2021 - 09:33
Hans Boschma:
Hallo Bert,
Las het artikel van je in de Noordhollands Dagblad. Leuk een soortgenoot te hebben. Liep zelf 5x naar Santiago,, de Henri Michi en diverse andere pelgrimage. Kan nu helaas nog maar 2 km lopen (maar wel 100 km. fietsen), maar ik ben dan ook wat ouder dan hi. Veel plezier bij het lopen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley